Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Haar dikte nu was een [8]hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers [of] ener leliebloem, bevattende [vele] bathen; zij hield drie duizend. 8. Dat is, vier vingers. Zo groot is een handbreed, bij de Latijnen genaamd Palmus minor, en te onderscheiden van een andere maat van dezen naam, geheten Palmus major, driemaal zo breed, dat is, een span. 9. Vergelijk hiermede de aantekening 1 Kon.7:26.